Herfst

Thema herfst.

Activiteiten:

- Een spin maken:
Dit hebben we gemaakt van plastic bekertjes.
Ieder kind mocht 1 bekertje zwart verven.
Toen het bekertje gedroogt was hebben we er gaatjes ingemaakt en door
de gaatjes hebben we buigbaar wol gedaan (pootjes).

- Een paddestoel:
De kinderen hebben een rood rondje beplakt met kleine witte stipjes.
Het rode rondje hebben wij toen met een splitpen in een plastic bekertje gedrukt.

- Blad beschilderd:
De kinderen hebben een groot groen blad van karton versierd.
Dit hebben ze gedaan met een ballon die we klein hebben opgeblazen.
Ze konden met de ballon in de rode, gele en oranje verf en dan stempelen.

- Slak gemaakt van brooddeeg:
Zelf hebben we met brooddeeg een slak gevormd voor ieder kind.
De kinderen mochten hier ogen in maken met rietjes, en ze hebben een
eierdoosje (het huisje v.d slak) geschilderd met groene en gele verf.
Het eierdoosje hebben we toen het klaar was op de slak gezet.
Resultaat: de hele kast onder de leuke kleurige slakken.

- Herfstwandeling:
We hebben een herfstwandeling gemaakt met de kinderen, en de ouders/ verzorgers.
Bij de wandeling werd gezocht naar: eikeltjes, kastanjes, blaadjes.
Belangrijke begripsbepalingen: eikeltjes, kastanjes, blaadjes, eekhoorn, spin, regen, paddestoel en bomen.













Gezongen liedjes:

Tikke takke regen:
Tikke takke regen, op de wegen,
tikke takken regen tik tak op het dak,
plens, plens, plas plas pas,
druppeltjes op mijn regen jas.

Op een grote paddestoel:
Op een grote paddestoel,
rood met witte stippen,
zat kabouter: Spillebeen heen en weer te wippen,
krak zij toen die paddestoel,
met een diepe zucht,
allebij de beentjes "HOEPLA" in de lucht,
maar kabouter spillebeen hielt niet op met wippen,
op een andere paddestoel,
rood met witte stippen,
daar kwam vader langoor aan,
en die sprak toen luid,
"MOET DAT STOELTJE OOK KAPOT"
spillebeen schij uit.

Winterslaap:
Egeltjes houden een winterslaap,
winterslaap, winterslaap,
egeltjes houden een winterslaap,
ooooh (gapen) oohhh oooh.
Variatie hierbij is: je kiest iemand uit de kring die een winterslaap houd.

Eekhoorn:
Eekhoorn, eekhoorn met je lange staartje,
eekhoorn,
eekhoorn, loop maar met een vaartje,
tikke takke tomen,
roets in de bomen.

Spinnetje:
Spinnetje, spinnetje,
kriebelt aan mijn kinnetje,
kriebelt op mijn rug,
en gaat dan snel weer terug,
kriebelt langs mijn been,
op mijn grote teen,
met een zuchtje wint,
springt die op een ander kind.